Een nieuwe laptop van HP? Een iPod van Apple? Grote kans dat deze is gemaakt
door het Taiwanese Quanta Computers.

Want elektronicamerken maken steeds minder zelf. Van de fabricage tot
de ontwikkeling, het wordt allemaal uitbesteed. “95 Procent van de productie
van onze hardware wordt gemaakt door derde partijen”, meldt Tomtom.

Vooral grotendeels uitontwikkelde producten als de goedkopere televisies,
wasmachines, pc’s, muziekspelers en navigatieapparaten worden vrijwel
allemaal gebouwd door Aziatische bedrijven. “Zij hebben de focus om dat heel
goedkoop te kunnen doen”, zegt Eric Drent, woordvoerder van Philips.

Wie zijn die Aziatische fabrikanten? Zij hebben namen als Quanta, Hon Hai,
Wistron en Flextronics. Enorme bedrijven waar vrijwel niemand hier iets van
hoort of weet. Quanta heeft wel een paar eigen notebooks, maar dat blijft
beperkt tot de Aziatische markt. Deze fabrikanten worden op zijn Engels
original equipment manufacturers genoemd, afkorting OEM.

Voor de westerse merken heeft outsourcen in de eerste plaats
kostenvoordelen. Fabrieken kunnen worden verkocht waardoor ook het aantal
personeelsleden wordt teruggebracht. Zo droeg Philips vorige week een
Mexicaanse televisiefabriek over aan Elcoteq. Dat scheelde zo 740
werknemers.

Minder werknemers maakt een bedrijf als Philips flexibeler. Een ander groot
voordeel van uitbesteden. “Op dit moment is de helft van onze producten
jonger dan twee jaar”, zegt Philips-woordvoerder Drent. “De razendsnelle
ontwikkelingen zouden we nooit kunnen bijhouden, als we alles nog zelf
zouden maken.” Dankzij outsourcen kan het productieproces snel worden
omgebouwd.

Deze voordelen prevaleren boven nadelen zoals grotere afhankelijkheid en een
ingewikkelder en kostbaarder proces om de kwaliteit te controleren.

Uitzondering zijn vaak de duurdere producten. Deze worden doorgaans nog
wel door de merken zelf geassembleerd. Assemblage betekent dat de onderdelen
bijna allemaal door andere partijen worden gemaakt, maar dat het merk dit in
een fabriek combineert tot een eindproduct.

Sony doet dit nog met zijn hoogste segment notebooks. Philips doet dit met
zijn Aurea-televisies en bijvoorbeeld de Philips Healthcare-producten. "Deze
worden onder meer geassembleerd in een fabriek in Best", zegt Drent.

In nichesectoren wordt wel nog veel zelf gedaan. Philips maakt bijvoorbeeld
zijn scheerapparaten nog grotendeels zelf. "De mesjes zijn precisiewerk."
Er zijn dan gewoon geen geschikte partijen om dit aan over te laten.

Het gevolg van al dit uitbesteden is dat steeds meer kennis verschuift
naar Azië. En die besluiten soms zelf de markt op te gaan. Samsung is
daarvan een goed voorbeeld. Van oorsprong is dat een OEM van vooral
beeldschermen, chips en geheugen. Maar sinds een jaar of zes promoot het
bedrijf zijn eigen merk. En met succes.

Het bedrijf kan nu nog altijd veel in eigen beheer maken. Zo bestaan de
Samsung-notebooks voor 80 procent uit eigen onderdelen. Maar ook dit
kentert. De spiegelreflexcamera van Samsung is bijvoorbeeld eigenlijk een
Pentax.

Niet alleen de grote, maar ook kleinere merken besteden hun productie uit.
Hierdoor hoeven in eerste instantie minder investeringen worden gedaan. Maar
groot nadeel is vervolgens de afhankelijkheid van de grote Aziatische
fabrikanten. Die geven hun grote klanten vaak voorrang boven hun kleinere.

De Amersfoortse fabrikant van fotolijstjes Compositor heeft tegen de
trend in toch een eigen fabriek. In China. Directielid Jaap de Pagter:
“Volgens ons eigen onderzoek besteedt verder iedereen de productie van
fotolijstjes uit.”

Waarom dit financiële risico? Volgens De Pagter wegen de voordelen van een
eigen fabriek zwaarder. “Compositor wil een A-merk worden”, zegt hij.

“Met een eigen fabriek hebben we controle op de kwaliteit waardoor we een
relatief laag percentage geretourneerde goederen hebben. Daar zijn niet
alleen klanten, maar ook winkeliers en distributeurs blij mee. En die zorgen
er uiteindelijk voor dat we in de winkel liggen. Zij bouwen aan ons merk.”
Een eigen fabriek wekt vertrouwen bij de detailhandel.

Lokale aanwezigheid is volgens De Pagter een ander belangrijk
punt. “In China zitten alle producenten van chips en schermen. Nu werken
mensen voor ons die de markt daar kennen. Dat scheelt. Zo kunnen wij vroeg
trends waarnemen, zoals bijvoorbeeld tekorten aan kleine lcd-schermen.” Eind
vorig jaar dreigde een tekort aan vooral de kleinere platte schermen.
Compositor had naar eigen zeggen toen al een voorraad aangelegd.

De Amersfoortse firma is bovendien minder afhankelijk van het eigen, nog
onbekende merk. “We kunnen optreden als OEM voor andere partijen. Zo kunnen
we de fabriek in ieder geval optimaal laten draaien en alvast wat verdienen.”

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl